maandag 29 september 2014

Vakliteratuur Onderwijsassistent.

Beste lezers,

Ik ben Daniëlle, en in deze blog ga ik een artikel schrijven over een gedragsstoornis namelijk ADHD. Ik ga vertellen wat het inhoud (kenmerken) en hoe je als deze leerling het beste kunt begeleiden in het onderwijs.




ADHD.
Sommige leerlingen hebben primair een gedragsprobleem. Ze zijn druk en ongeconcentreerd. Daar is de term ADHD voor bedacht. ADHD staat voor: Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Dat is in het Nederlands: aandachts en concentratiestoornis met hyperactiviteit. Als je het lastig vindt om de afkorting te onthouden is 'alle dagen heel druk' een handig ezelsbruggetje. De term klopt niet helemaal, want deze leerlingen zijn niet altijd hyperactief of druk, maar ze kunnen wel moeilijk hun aandacht ergens bij houden.

Kenmerken.
Een leerling met ADHD kan verschillende problemen hebben. De verschijnselen hoeven niet allemaal tegelijk te komen. De leerling heeft aandachtsproblemen, is snel afgeleid, kan zich moeilijk concentreren en heeft geen controle over zijn eigen gedrag. Het lijkt of de dingen niet tot hem doordringen. Als je hem vraagt om iets te doen, is hij dat het volgende moment weer vergeten. Doordat hij zo snel is afgeleid, kan hij met tien dingen tegelijk bezig zijn. Soms kan een leerling ook helemaal in iets opgaan en uiterst geconcentreerd bezig zijn. Het lijkt dat of hij dat wel kan, als hij maar wil. Maar dat is niet zo. Een kind met ADHD wil wel, maar kan het vaak gewoon niet. Leerlingen met ADHD reageren impulsief. Ze doen, voor ze denken. Ze kunnen heel spontaan en direct zijn. Dat kan ze soms ook in de problemen brengen. Ze flappen er alles uit zonder er eerst over na te denken. Wat snel opvalt bij deze leerlingen is dat ze niet stil kunnen zitten. Ze zijn hyperactief: heel bewegelijk en onrustig. Dat is niet alleen zichtbaar, ze voelen die onrust ook in zichzelf. Dat kost veel energie. Een lang kringgesprek is een ramp voor ze. Het zijn ook kinderen die neit kunnen stoppen. Het lijkt of ze de rem niet kunnen vinden. Ze blijven met hun vingers op de tafel trommelen, blijven maar doorpraten of blijven voetballen tot ze erbijna letterlijk bij neer vallen. Ze kunnen ook moeilijk tot rust komen. Ze hebben moeite om hun eigen gedrag te reguleren. Dat geldt ook voor emoties. Leerlingen met ADHD hebben dikwijls problemen met de tijdsbeleving. Ze komen vaak te laat en kunnen moeilijk inschatten heoveel tijd ze voor iets nodig hebben. Door de reacties op hun gedrag hebben leerlingen met ADHD vaak een negatief zelfbeeld. Als je onderkent dat er sprake is van een stoornis die behandeld moet worden, kun je het kind daar erg mee helpen.

Begeleiding.
Voor de begeleiding is geen basisrecept te geven, omdat elk kind anders is. Belangrijk is dat je beseft dat het gedrag van het kind geen onwil is, maar onmacht. Anders kun je gemakkelijk in een negatieve spiraal terecht komen. Net als bij jonge risicokinderen begin je met goed kijken. Doe dat niet probleemgericht, maar kijk wat een kian. Probeer je in het kind te verplaatsen en op die manier de goede invalshoek te vinden. Hoe maak je contact met een kind, op wel moment en bij welke activiteiten? Wat kan een kind wel en hoe kun je van daaruit verer komen? In contact met het kind en door samen met hem te ondernemen, ontdek je waar zijn mogelijkheden liggen. Vertrouw erop dat een kind zich van daaruit verder kan ontwikkelen. Als een kind het gevoel heeft dat hij het kan, zal hij enthousiast en betrokken bezig zijn met een activiteit.

Voor meer of extra informatie kan je deze video bekijken. Ook is hier nog een site over ADHD.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten