maandag 22 september 2014

Vakliteratuur onderwijsassistent.

Beste lezer,

Ik ben Daniëlle en ik heb het vaktijdschrift: De wereld van het jonge kind gekozen.
In mijn vorige blog heb ik beschreven waar dit tijdschrift over gaat en voor het is bedoeld.

Deze blog gaat over één van de artikelen uit dat tijdschrift. Het artikel dat ik ga samenvatten heet: Tijd voor een spelletje! In de vorige uitgave hebben ze al een artikel geschreven over het onderwerp spelletjes namelijk gezelschapsspelletjes. In dit artikel gaan ze verder met dit onderwerp.

Tijd voor een spelletje.
Gezelschapsspellen worden al eeuwenlang gespeeld maar niet op een didactische manier. Het ging echt om vermaak, om tijdverdrij en onbekommerd genieten. In de loop van de eeuwen veranderde het imago. Hoe opvoeders er ook over dachten de spelen bleven bestaan op straat en in de gezinnen. In de zentiende en achtiende eeuw kwam er meer aandacht voor spelen en speelgoed. Spelletjes worden ook pedagogisch gebruikt om de ontwikkeling te stimuleren. Vooral voor jonge kinderen.

De school in.
Ook in scholen worden de spellen gebruikt. Op een eduatieve manier maar ook ter ontspanning. Voor die doelen werd minder op de kwaliteit gelet. Omdat deze spellen nu niet meer uit het onerwijs zijn weg te denken, een waarde in zich hebben en het aanbod zo groot is, verdienen ze serieuze aandacht.

Meerwaarde.
Deze spellen hebben een meerwaarde. Het gaat niet alleen om goed scoren maar ook om het in gezelschap zijn, de interactie tussen de spelers van verschillende leeftijden en ontwikkelingsniveaus enzovoort. Als een kind communicatief minder sterk is kan het ook gewoon deelnemen. De regels zijn er om het spel tot een goed einddoel te brengen. De ontdekking dat het bij een gezelschapsspel niet direct om de winst gaat is en dat je het zonder een volwassene kan spelen zijn waardevolle ervaringen in het ontwikkelingsroces van kinderen. Op een ontspannen en plezierige manier zijn ze aan het leren op cognitief, sociaal en motorisch gebied.

Op zoek naar een goed spel.
Overal ter wereld worden gezelschapsspellen gespeeld. De regels worden van generatie op generatie door gegeven. In onze cultuur bepaalt de markt voor een groot deel welke spellen de kinderen van nu gebruiken. Om een goede keuze te maken kan je denken aan punten zoals: Een spel moet niet te makkelijk zijn, informatie vragen bij een schoolleverancie, andere bronnen raadplegen enzovoort.
Ook hebben je verschillende spellen uit verschillende landen. Bijvoorbeeld het Nederlandse spel Go Bond, die het bordspel Go uit het verre ooseten onder de aandacht brengt. Andere soort spellen zijn coöperatieve spellen. Bij deze spellen gaat het niet om 1 winnaar maar om samen een doel te bereiken.

Enkele tips.
Dit zijn een paar tips over gezelschapsspellen voor leerkrachten in de praktijk:
-Voor jonge kinderen moet de spelregels uitgelegd worden terwijl je als leerkracht meespeelt.
-Blijf geregeld meespelen, je ziet kinderen dan eens in een heel andere situatie.
-Controleer regelmatig of de spellen heel zijn en er geen onderdelen ontbreken. Repareer het op tijd
  of bestel zonodig nieuwe.

Besluit.
Gezelschapsspellen brengen kinderen tot leven. Er gebeurt iets tijdens het spel. Het leven is ineens lichter en er is tijd voor elkaar. Wat we zien, is emotie. Er wordt gelachen, kreten geslaakt, er is geduld, er wordt verrast, en er is energie en spanning. Lees verder over bordspellen.















Geen opmerkingen:

Een reactie posten