Dyslexie
Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. De term komt uit het Grieks. Dys = niet goed functioneren, beperkt, en lexis = taal of woorden.
Bij dyslexie gaat lezen, spellen en ook zelf schrijven heel moeizaam, terwijl iemand wel een gemiddelde intelligentie heeft. Er is alleen sprake van dyslexie als er geen andere oorzaken zijn die de leesproblemen kunnen verklaren. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor.
Officieel wordt dyslexie in het Nederlands aangeduid als ‘een hardnekkig probleem met het aanleren en het vlot toepassen van het lezen en spellen op woordniveau.’
Hardnekkigheid is een belangrijk kenmerk van dyslexie, niet alleen bij het leren lezen en spellen, maar ook bij het snel en vlot kunnen lezen.
Begeleidingsplan
Het
begeleidingsplan is op gesteld voor 1 tot 2 schooljaren en beschrijft in grote
lijnen de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling met dyslexie.
Gespecialiseerde begeleiders binnen de school adviseren docenten en mentoren
hoe zij leerlingen met dyslexie het beste kunnen begeleiden. In overleg met de
ouders wordt besproken hoe zij hun kind thuis kunnen ondersteunen.
Handelingsplan
Als de
begeleiding onvoldoende is, moet hulp worden ingeschakeld van buiten de klas of
buiten school. De begeleiding wordt beschreven in een handelingsplan dat wordt
besproken met de leerling, de docenten en zorgspecialisten en eventueel met de
ouders. Dit plan van aanpak heeft als doel het leerprobleem binnen een termijn
van drie maanden te verminderen.
De
begeleiding van leerlingen met dyslexie moet zoveel mogelijk binnen de school
en het liefst in de klas plaatsvinden, waarbij de docent rekening houdt met de
leerling. Bijna alle leerlingen met dyslexie hebben behoefte aan maatregelen op
maat.
Dit kunnen
zijn:
- compenserende maatregelen,
bijvoorbeeld gebruik van software of andere (ICT)hulpmiddelen
- dispenserende maatregelen,
bijvoorbeeld ontheffing voor voorleesbeurten en bepaalde onderdelen van de
lesstof
Om
leerlingen met dyslexie goed te begeleiden is het belangrijk dat docenten
begrip hebben voor hun problemen. Bij leerlingen waarvan bekend is dat ze
dyslectisch zijn, moet zo vroeg mogelijk gekeken worden naar wat ze voor de
verschillende vakken nodig hebben, om zo min mogelijk hinder te ondervinden van
hun dyslexie. Leerlingen die pas bij de signaleringstoetsen opvallen, worden
goed gevolgd en krijgen een plan van aanpak.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten