dinsdag 31 maart 2015

opdracht 4: passend onderwijs informatief


Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat de scholen per 1 augustus 2014 verantwoordelijk voor zijn om, alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een goede onderwijsplek te bieden in het reguliere onderwijs. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden.
Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen regionale samenwerkingsverbanden gevormd. In het primair en het voortgezet onderwijs zijn in totaal 152 samenwerkingsverbanden opgericht. In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs samen. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs.
De samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de scholen. Zo is meer werk op maat mogelijk en het geld zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas.
De extra ondersteuning op de reguliere school kan gewoon in de klas, maar het kan bijvoorbeeld ook in een speciale klas binnen de reguliere school. De scholen kunnen hier zelf in variëren: leerlingen krijgen een deel van het onderwijs is een andere groep en een deel in hun eigen klas.
Ook kan de school kiezen voor een structuurklas of een trajectklas. Dit houdt in dat de klas waarin je werkt een stuk kleiner is. Meestal zijn dit maximaal 12 leerlingen. De ruimte en de lessen worden anders ingericht. Ook worden de leerlingen getraind in vaardigheden.
Daarnaast kan de school ook nog gebruik maken van remedial teaching, extra huiswerkbegeleiding, trainingen in sociale vaardigheden, en er kan extra onderwijsondersteuning komen.
Uiteindelijk is het schoolbestuur er verantwoordelijk voor om de leerlingen passend onderwijs te bieden. De school kan de ondersteuning op diverse manieren aanbieden. Ook kan de school hulp vragen aan specialisten uit het speciaal onderwijs of de jeugdhulpverlening. Voor de leerlingen die gebruik maken van deze extra ondersteuning moet een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld.

Ontwikkelingsperspectief:
De school gaat in overleg met de ouders over het ontwikkelingsperspectief. Op het voortgezet onderwijs wordt de leerling hier ook bij betrokken. Als de leerling meerderjarig is en handelingsbekwaam dan is dit zelf verplicht.
In het ontwikkelingsperspectief worden de doelen van het onderwijs vastgelegd, de onderbouwing daarvan en de ondersteuning die de leerling krijgt. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief tenminste één keer per schooljaar. Met het ontwikkelingsperspectief komt het bestaande handelingsplan te vervallen.

dit is een site om de ouders te informeren over het passend onderwijs in Apeldoorn. ook kan je daar als leerkracht veel informatie vanaf halen over het passend onderwijs.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten